Hoe neem je de wereld in je op?

Wat doet dat intern met je?

Hoe is jouw reactie hierop?

Alles om ons heen nemen we waar via onze zintuigen. Onze zintuigen werken 24 uren per dag. We zien, horen, voelen, ruiken, proeven en ervaren evenwicht en lichaamsbewustzijn. Deze waarnemingen worden door onze hersenen verwerkt tot een eigen waarneming van de wereld om ons heen. Deze is voor iedereen anders. Op basis hiervan kan je op de juiste manier reageren. Dit noemen we het sensorisch integratieproces.

Er is verstoring in dit proces. Wat nu?

Het kan zijn dat dit proces verstoord is door welke reden dan ook. Dit kan een behoorlijke verandering in je reactie naar de buitenwereld teweegbrengen. Dan is er een sensorisch integratieprobleem.

Voorbeelden hiervan zijn:

  • Verstoring van het evenwicht, de persoon loopt instabiel of valt veel;
  • Geluid niet meer kunnen verdragen, bijvoorbeeld veel stemmen tijdens een feestje of plotselinge toetergeluiden op straat.
  • Weinig of juist heel veel voelen op de huid. Een kriebel op de hand wordt bijvoorbeeld niet gevoeld of wordt juist als heel intens en hoog waarschuwend ervaren;
  • Vaak dingen laten vallen. Dit heeft te maken met de inschatting van de spierinzet bij vasthouden. Mensen lijken daardoor soms onhandig;
  • Vaak struikelen. Dit heeft te maken met inschatten en het plannen van de bewegingen.
  • Niet zelf kunnen opstaan, maar op de grond blijven zitten/liggen;
  • Vermijden van bepaalde situaties, zoals spelen met vriendjes in een speeltuin;
  • Niet tegen fel licht en/of flitsende beelden kunnen;
  • Opzoeken van risicovolle situaties;
  • Op de tenen lopen;
  • Niet kunnen omrollen van buik naar rug en andersom;
  • Verhoogde of verlaagde spierspanning;
  • Moeite met inschattingen maken;
  • Moeite met het uitvoeren van dubbeltaken;
  • Moeite met motorische planning en de uitvoering hiervan, u kunt hierbij denken aan het gooien van een bal, gymmen, fietsen of het tekenen op papier;
  • Moeite met stilzitten;
  • Vaak hangen en ongeïnteresseerd overkomen;
  • Vermoeidheid;
  • Snel emotioneel ontregeld.
Deze verstoring kan een groot effect hebben op het kind en het gezin. Als er een aanhoudende verstoring is, dan kan SI ingezet worden, waardoor het kind en het gezin hier minder tot geen hinder meer van ondervinden.

Wat wordt er gedaan tijdens sensorische integratietherapie?

  • Er wordt een heldere vraag ingebracht;
  • Er wordt allereerst geobserveerd middels fysieke observatie en video observatie. De fysieke observatie vindt plaats bij u thuis of in de praktijk. De video’s worden gemaakt tijdens deze observatie, maar ook door ouders in de thuissituatie. Deze video’s worden geanalyseerd en besproken;
  • Er wordt een test ingevuld door het kind zelf (als hij/zij dit zelf kan en wil) en de betrokkenen;
  • Er wordt besproken hoe de weekindeling is. Als de vraag helder is en alle zintuiglijke waarnemingen in kaart zijn gebracht, dan zullen er tijdens de therapie in spelvorm oefeningen worden gedaan;
  • Er wordt een sensorisch dieet gemaakt op basis van de behandeling en de mogelijkheden binnen de thuissituatie, om alle toegepaste oefeningen te kunnen blijven herhalen en eigen te maken.

Meer informatie

In het vakblad Vroeg (maart) nr. 1-2018 is een interessant artikel verschenen over “Omgaan met storingen in informatieverwerking”. Klik hier om het artikel te lezen.